dinsdag 15 oktober 2013

12 t/m 14-10-2013: Dutch Birding Vogelweekend

Vogelaars bij de bergfluiter. De andere helft stond aan de overkant, op de plek vanwaar ik deze foto maakte...
Traditiegetrouw hadden Koert, René en ik twee nachtjes gereserveerd bij Hotel Molenbos op Texel gedurende het Dutch Birding Vogelweekend. We konden dit jaar niet op vrijdag vertrekken, wat helemaal niet zo erg was, want vrijdag was het verschrikkelijk rotweer. Ook dat is helaas traditie aan het worden, dat het tijdens het DB Vogelweekend vreselijk slecht weer is. Zaterdagochtend 12 oktober treinde ik dus naar Heemstede, waar Koert en René me zouden oppikken en vanwaar we eerst de spectaculaire groep Zwarte Ibissen die bij Castricum huisde zouden bezoeken, om daarna naar het eiland af te reizen. Maar zie, zaterdagochtend bleek het weer helemaal niet zo beroerd te zijn: het was bewolkt en koud, maar droog en bijna windstil en voordat ik Heemstede bereikte werd de Struikrietzanger gemeld die op donderdag was gevonden bij de Volharding en die op vrijdag om 09:10 voor het laatst was gezien. We hadden er niet meer op gerekend dat die zou worden teruggevonden! Voor mij was hij een nieuwe voor Nederland en voor René en Koert zelfs nog een totaal nieuwe soort. Dus gooiden we het plan om en reden eerst naar Texel. We konden zo de boot op en een half uurtje later stonden we bij de Volharding, waar een grote groep vogelaars was samengedromd voor de Struikrietzanger, een klein bruin onaanzienlijk vogeltje dat een droog, klikkend roepje voortbrengt. De Struikrietzanger had er zin in: hij liet zich zeer regelmatig zien, soms helemaal open en bloot, en bracht frequent zijn roepje ten gehore. Zo, dat konden we gerust een vliegende start noemen, de (ook al) traditionele nieuwe soort voor Nederland zat direct al in de tas. Terwijl we naar de Struikriet stonden te kijken vloog er een prachtige Velduil over ons heen die de stemming er nog meer in bracht. Na een dik uur genieten besloten we verderop te gaan. Als er één soort is die wat ons betreft bij het DB Vogelweekend hoort, is het wel de Bladkoning en die gingen we zoeken op de camping Sluftervallei, wat altijd een goede plek is voor die beestjes. Lang hoefden we niet te zoeken. We stapten de auto uit, zagen een paar vogelaars staan kijken en toen we erbij gingen staan kwam er binnen een paar seconden een prachtige Blako vol in het kijkerbeeld. Het beestje liet zich even schitterend bekijken en riep ook een paar keer. Zo, dat was ook alweer vlotjes gegaan. We liepen nog een stuk over het fietspad dat langs de camping loopt en noteerden een paar Kepen, Zwartkoppen en veel Zanglijsters en Koperwieken. Toen begon het lichtjes te regenen en werd het tijd voor een welverdiende lunch in restaurant De Robbenjager, ware het niet dat ons twee vogelaars tegemoet kwamen die meldden dat een stukje verderop een Klapekster zat. Die was nog een jaarsoort voor ons alledrie, zodat we ook die kant maar op liepen in de langzaam intensiever wordende regen. Maar het was niet voor niets: na een tijdje zoeken vond ik de Klapekster terug, weliswaar ver weg op het veld, maar door de telescoop mooi te zien. Terwijl we naar hem keken vloog een Atalanta door de regen langs ons heen.
We arriveerden nogal natgeregend bij De Robbenjager, maar daar konden we lekker een tijdje opdrogen en genieten van de waarnemingen van deze ochtend en van de lunch.
Tamme Heggenmus bij de Tuintjes.
Gelukkig werd het weer droog en na de lunch begaven we ons naar Dorpszicht, waar een Grauwe Klauwier zou zitten. Een klauwier is altijd leuk, dus die wilden we graag zien. Na enig zoeken vond ik hem, zittend in een haag en af en toe naar de grond en weer omhoog vliegend. Net toen we er genoeg aan hadden gezien werden we weggestuurd door de terreinbeheerder. We bleken op verboden terrein te zijn beland zonder dat we dat in de gaten hadden. Op de terugweg zagen we het inderdaad: een groen bord (groen associeer je normaal gesproken met 'toegestaan') met daarop in grote letters 'Natuurreservaat', maar daaronder in kleine lettertjes 'verboden toegang'. Nou ja, het maakte niet meer uit, de klauwier zat in de tas en we besloten even bij Waal en Burg te gaan kijken of we nog leuke steltjes aan de lijst konden toevoegen. Er zaten daar veel Kemphanen, Watersnippen, Bonte Strandlopers, Bontbekplevieren en Goudplevieren, wat natuurlijk altijd leuke soorten zijn om te zien. Maar er kwam een melding binnen van maar liefst ZEVEN Grote Piepers ter plaatse in de Slufter. Dus reden we met gezwinde spoed die kant op en liepen nog een eind door het mulle zand om bij de juiste plek te komen, waar we van een paar vertrekkende vogelaars hoorden dat het onbegonnen werk was, en dat leek er inderdaad sterk op, de omvang en onoverzichtelijkheid van het veld waarin de piepers waren geland in aanmerking nemende. Niettemin wilden we er wel wat tijd insteken, ware het niet dat Herman van den Brand met nog een paar vogelaars kwam aanrennen en in het voorbijgaan riep dat er een bergfluiter ('misschien Balkan!') bij de Tuintjes was ontdekt. Tja, first things first: Balkanbergfluiter zou voor mij een nieuwe voor Nederland zijn en voor mijn metgezellen een totaal nieuwe. Dus de pas erin en over het mulle zandpad weer terug naar de auto en hopla! naar de Tuintjes gereden waar een steeds groter wordende groep vogelaars al stond te kijken. Eerst dartelde er een Vuurgoudhaan door de topjes van de struiken, een Beflijster riep en kwam achter ons langs vliegen en toen, jawel, daar was hij: een heuse bergfluiter. Met kleine letter, want tot aan het moment van schrijven is nog niet duidelijk of het een Westelijke of een Balkanbergfluiter betreft. De meningen zijn verdeeld omdat de vogel qua uiterlijk meer op Westelijke zou lijken, terwijl vleugelformule en een opgenomen geluid waarvan niet zeker is dat het van de vogel zelf komt, op Balkan zouden wijzen. Ik ben bang dat we op een definitieve soortbepaling nog wel even moeten wachten.
Vogelaars, wachtend op de Stovjes die nooit kwamen...
Veel tijd om over de soortstatus van de bergfluiter te filosoferen hadden we niet, want er kwam een melding van een Stormvogeltje binnen, dat bij de Westerslag was opgepikt en richting noord vloog. En toen een tweede Stormvogeltje! Het effect van deze meldingen op de aanwezige vogelaars was niet gering: de hele massa rende via de kortst mogelijke route naar zee of naar wat hun het beste punt leek om over zee te kijken. Ook wij maakten dat we aan de rand van het water kwamen, en dat was nog een verrekte lange wandeling, want het strand is op dit punt behoorlijk breed. Enfin: uiteindelijk stond een hele horde vogelaars aan de rand van de zee opgesteld om de beide Stovjes te verschalken zodra ze binnen kijker- dan wel telescoopbereik zouden komen. Vervelend was wel dat het allemaal erg lang ging duren en dat het begon te regenen, steeds harder begon te regenen, waarna steeds meer vogelaars onverrichterzake afdropen. Ook wij begonnen in de stromende regen aan de lange terugweg en kwamen uiteindelijk drijfnat en zonder Stovje bij de auto aan. Het was intussen ook goeddeels donker, zodat we naar het hotel reden om op te drogen, waarna we een hapje gingen eten bij restaurant Het Bikkelement, dat helaas duidelijk aan kwaliteit heeft ingeboet sinds de laatste keer dat we er waren. Maar het was een prachtige, enerverende dag geweest en daar dronken we een paar lekkere biertjes op.
Toen we de volgende ochtend vroeg wakker werden, was het druilerig weer en het waaide hard. Weer voor bikkels. Derhalve begaven we ons naar de Tuintjes, om te zien of we de bergfluiter konden terugvinden of dat er misschien andere leuke dingen te zien waren. Het laatste stuk weg naar de tuintjes, inclusief de wegbermen, was bezaaid met Zanglijsters en Koperwieken die blijkbaar zo uit zee waren neergevallen op het eerste stukje land dat ze tegenkwamen. Een indrukwekkend gezicht. Toen we in de Tuintjes aankwamen was het nog nauwelijks licht, het waaide steeds harder en de regen werd steeds intensiever, zodat we na een halfuurtje toch maar besloten om eerst te gaan ontbijten en daarna verder te zien.
Pontische Meeuw, Westerslag. Een van de weinige vogels die te fotograferen waren met het donkere en druilerige weer.
Na het ontbijt regende het nog steeds en de wind woei hard uit oostelijke richtingen. We bedachten dat we bij de Westerslag achter de strandtent uit de wind en enigszins beschut tegen de regen konden staan, en wie weet wat er over zee voorbij zou komen met dit barre weer. Toen we er arriveerden stond het er stampvol met vogelaars. Reden: er was alweer een Stormvogeltje gemeld vanmorgen, waarvan wij de melding om een of andere reden (waarschijnlijk: geen bereik) niet hadden doorgekregen. We sloten aan bij de immer groeiende groep vogelaars en inderdaad: hier kon je lekker uit de wind staan en vreselijk nat werden we ook niet, zodat het goed uit te houden was achter het koffiehuis. Groepen Zwarte Zee-eenden vlogen heen en weer, er dreef een verre Zeekoet op het water die nog een jaarsoort voor mij was en her en der kwamen snuiten van Grijze Zeehonden tevoorschijn om even later weer onder water te verdwijnen. Iemand zei dat er een Pontische Meeuw op het strand zat en jawel: die zat er en liet zich erg fraai zien en zelfs fotograferen. Dat was fijn, want met dat akelige donkere, regenachtige weer was het me nog niet gelukt om een fatsoenlijke vogelfoto te maken. Het Pontje bleef de hele ochtend aanwezig op het strand, tot vermaak van de vele vogelaars. Er werd 'IJsduiker' geroepen en inderdaad, er vloog een giga-duiker over zee naar zuid, met trage vleugelslag en een joekel van een snavel. Een hoogtepunt was de Houtsnip die laag boven het water vanuit zee kwam vliegen, pal richting kust en een hele tijd door ons kon worden gevolgd. De snip is ongetwijfeld in het eerste het beste stukje begroeiing neergeploft.
Maar hoe er ook werd gespeurd, Stormvogeltjes werden niet gezien. Wel werd er een keer een over zee vliegende lijster voor een Stovje aangezien. Er vlogen erg veel lijsters over zee trouwens, je snapt niet dat die beesten niet wat prettiger weer afwachten om te trekken.
Het werd almaar gekker met de meldingen: iemand kwam vertellen dat er een albatros langs een Duits waddeneiland was gevlogen, een waarneming die was gedaan door een serieuze vogelaar. Een albatros! Die wilden we natuurlijk wel hebben, maar hoewel ineens de Jan-van-Genten begonnen te lopen slaagden we er niet in een albatros waar te nemen. Van de Genten kwamen er een stuk of tien voorbij, zowel adulte als eerste winters. Sommige waren erg fraai te zien omdat ze dicht langs de kust kwamen. Er vloog een eerstejaars Noordse Stern langs, altijd leuk, en twee Kleine Jagers, die weer een jaarsoort waren. Een van de jagers kwam bijna over het strand gevlogen en zat nog een tijdje een Kokmeeuw achterna.
Grijze Roodstaart, op de rand van vrijvliegende staat.
Rond twee uur 's middags raakte de koek een beetje op en gingen we lunchen in het restaurantje waartegen we de hele ochtend uit de wind hadden gestaan. Hier namen we de Grijze Roodstaart waar, een prachtige vogel die helaas veel teveel in gevangenschap wordt gehouden, waardoor hij in wilde staat erg zeldzaam is geworden. Gelukkig zat deze Grijze Roodstaart strak in z'n verenpak, iets wat bij papegaaien in gevangenschap vaak anders is.
Maar goed, na een overheerlijke uitsmijter was de wind aangewakkerd tot storm en de regen tot het niveau 'zondvloed', zodat we maar één ding konden bedenken: vanuit de auto langs de oostrand van het eiland rijden en daar de plasjes afzoeken. Dat leverde allemaal niet veel op, zodat we uiteindelijk maar besloten om het voor gezien te houden. Het was toch een onderhoudende vogeldag geworden met een aantal leuke waarnemingen.
Op maandag 14 oktober was het weer droog en de wind was flink geluwd, zodat we met het eerste licht weer in de tuintjes naar de bergfluiter en - heel belangrijk - naar de gisteren gemelde Siberische Tjiftjaf stonden te zoeken. Die SibTjif moet ik nog altijd hebben. Het is een ondersoort van de Tjiftjaf die mogelijk nog eens afgesplitst gaat worden. Maar al ons getuur en dat van de vele tientallen vogelaars die met ons stonden te zoeken leverde niets op, zodat we maar gingen ontbijten. Na het ontbijt gingen we weer terug, omdat er een Dwerggors ter plaatse zou zitten. Maar die bleek niet meer te zijn teruggevonden. De bergfluiter was kort door een paar mensen gezien, maar sindsdien niet meer. Het was duidelijk: de koek begon op te raken. Er kwam nog een melding van een Dwerggors, in de buurt van de trektelpost in de Tuintjes, maar hier troffen wij alleen Rietgorzen aan en - heel leuk - een mannetje Geelgors aan. We besloten om de Zwarte Ibissen van Castricum maar eens te gaan opzoeken en het weekend daarmee af te sluiten. We reden naar de veerboot, waarachter ook nu weer géén Zwartkopmeeuw of een andere leuke soort vloog. Eenmaal aan de vaste wal zetten we koers naar de ibissenplek, maar het viel nog niet mee om daar te komen. Uiteindelijk lukte dat, na veel omrijden en een eind lopen, natuurlijk toch, en het was de moeite waard.
Zeven van de tien Zwarte Ibissen.
Even om een idee van de achtergrond van het ibissenverhaal te krijgen: er is dit najaar een ongekende invasie van Zwarte Ibissen in Nederland. Groepen tot wel 24 exemplaren zijn her en der gezien en op dit moment bevinden zich er nog minimaal veertien bij Castricum, zes bij Leidschendam en zwerven er nog een aantal enkelingen en kleine groepjes rond in ons land. Enfin, wij troffen op 'de' plek bij Castricum een groep van maar liefst tien Zwarte Ibissen aan, een ronduit spectaculair gezicht, waarvan we met volle teugen genoten. De ibissen lieten zich, weliswaar van flinke afstand, ook nog fotograferen, hoewel de plaatjes door het sombere weer niet geweldig geworden zijn. Het was niet anders. Maar het tiental Zwibissen vormde in ieder geval een prima afsluiting van alweer een heerlijk Dutch Birding Vogelweekend, met wederom bar weer, maar ook veel vogelspektakel.

2 opmerkingen:

  1. dit moet ik nog eens op mijn gemak overlezen hier doet een mens normaal een maand ofzo over?? wat een oogst in een weekendje maar met hoeveel vogelaars waren jullie wel niet,geweldig om met zoveel mensen de zelfde hobby uit te oefenen.

    BeantwoordenVerwijderen