zondag 25 mei 2014

25-05-2014: Een lekkere allround natuurdag op de Kampina

Toen we begonnen zaten de Weidebeekjuffers nog onder de dauwdruppels.
Het beloofde vandaag een mooie dag weer te worden, dus besloten Wiegert en ik er een allround natuurdag van te maken met de nadruk op libellen. En waar kun je zo'n dag beter beleven dan op de Kampina? We konden er allebei nog zeker drie nieuwe libellensoorten vandaan halen. Voor mij waren dat: Beekrombout, Venwitsnuitlibel en Maanwaterjuffer. Van de vlinders stond het Bont Dikkopje hoog op de verlanglijst en natuurlijk wat zich verder aan vogels, vlinders, libellen, reptielen & amfibieën zou aandienen. Toen we om een uur of acht arriveerden bij Smalbroeken, vonden we direct verschillende Weidebeekjuffers, die veelal nog onder de dauwdruppels zaten. Dat leverde wel een leuke foto op. Later zaten ze lekker in het zonnetje en kon ik ook eens een vrouwtje mooi op de plaat krijgen.
Vrouwtje Weidebeekjuffer.
Toen hadden we onze eerste libellenjaarsoort, de Azuurwaterjuffer, al binnen en de eerste nieuwe soort liet niet lang op zich wachten: de prachtige Beekrombout liet zich zien! Eerst eentje, hoog in een boom, toen een paar vliegende, maar uiteindelijk een paar exemplaren rustend op bramenbladeren en bereid zich te laten fotograferen. Ook andere libellensoorten lieten zich zien: Glassnijders, Viervlekken, Vuurjuffers, Platbuiken en Blauwe Breedscheenjuffers, waarvan sommige soorten zich ook erg mooi lieten fotograferen.
De eerste nieuwe soort van vandaag: de Beekrombout!
... en een nog niet helemaal uitgekleurd exemplaar.
Aardige soorten op vogelgebied waren onder meer Bosrietzanger (een stuk of drie zingende exemplaren), Wulp (jodelend), de Wielewaal, die nog een jaarsoort was, de Boompieper en de Grauwe Vliegenvanger. Ook de dagvlinders deden hun best, met Landkaartje en Groot Dikkopje als jaarsoorten en even verderop Bonte Zandoogjes en Icarusblauwtjes.
De Blauwe Breedscheenjuffer, zeer algemeen bij Smalbroeken.
Het Landkaartje liet zich mooi fotograferen.
We liepen een stuk verder naar een plek waar het Bont Dikkopje wel wordt gezien, maar daar hadden we geen geluk. We vonden er wel de bizarre Geelbandlangsprietmot en de eerste Gewone Oeverlibel van 2014. Na een tijdje besloten we terug te gaan naar de auto om naar een gebiedje met wat vennen te rijden, iets noordelijker, waar hopelijk onze andere gedroomde libellensoorten te vinden zouden zijn. Al lopende vonden we op de terugweg naar de parkeerplaats nog een fraaie Distelvlinder, een Hooibeestje en ook een Smaragdlibel, die zowaar nog even voor ons ging zitten ook.
Fotogenieke Smaragdlibel, dat gebeurt niet vaak.
En ook de Platbuik wilde best op de plaat vandaag.
Ons volgende doelgebied was snel gevonden en we liepen eerst langs het Kogelvangersven, waar we onder meer Citroenvlinder, de eerste Grote Keizerlibel van het jaar, Grote Roodoogjuffers en weer een Smaragdlibel en twee Groentjes vonden. Op een stukje hei vond ik de eerste sprinkhanen van het jaar, lekker vroeg, in de vorm van een stuk of drie zingende Knopsprietjes. Erg leuk! En toen ik even later naar boven keek in de hoop een Wespendief te zien vliegen, cirkelde er een joekel van een vogel boven me: een Kraanvogel! Kwam dat even goed uit, want die had ik op Texel gemist. De Kraan cirkelde een paar minuten rond en verdween toen uit beeld.
De Kraanvogel!
We keerden af en toe een paar boomstammetjes of -stronken om in de hoop daar een Hazelworm of iets dergelijks onder te vinden. Onder twee van die stronken zaten in totaal een stuk of zes Kleine Watersalamanders! Dat vond ik ook een erg leuke vondst. Je ziet ze bepaald niet iedere dag en ik had ze nog nooit voor de lens gehad. Ook vermaakten we ons met de altijd leuke Bastaardzandloopkevers. Bij de Zandbergsvennen had ik in no time de soort gevonden waarop ik hoopte - dacht ik op dat momen: de Venwitsnuitlibel! Hij liet zich nog lekker fotograferen ook en later vonden we er nog een. Achteraf bleek het echter om Noordse Witsnuitlibellen te gaan. Ook prima wat mij betreft, want ik had sowieso nog geen enkele witsnuitlibel op mijn lijst.
Noordse Witsnuitlibel, een nieuwe soort voor mij!
Kleine Watersalamander.
Na ons een tijdje te hebben vermaakt met de Venwitsnuit, zochten we nog naar de Maanwaterjuffer, maar die vonden we niet. Wel nog een Kleine Vuurvlinder, een Boterbloempje, een Sint-Jacobsvlinder en op de terugweg naar de parkeerplaats zagen we in het bos tot driemaal toe een juffertje dat we in eerste instantie niet konden thuisbrengen. Thuis bleken het, na het bekijken van de foto's, vrouwtjes Watersnuffels te zijn geweest.
Ons laatste doel van vandaag was een gebiedje bij Boxtel, dat De Geelders heet. Het was dé plek waar het Bont Dikkopje vandaan moest komen en waar we hoopten Levendbarende Hagedissen en Hazelwormen te vinden (en hopelijk te fotograferen).
Vrouwtje Watersnuffel.
Ja hoor, het Bont Dikkopje lukte ook nog vandaag!
In de Geelders barstte het van de Citroenvlinders. We zagen er zeker vijftien. Ook onze doelsoort, het Bont Dikkopje - voor mij pas de tweede ooit - was snel gevonden. Het liet zich mooi fotograferen en later vanmiddag vonden we er nog een stuk of drie. De Levendbarende Hagedis liet zich wel zien, maar maakte zich alle keren razendsnel uit de voeten, zodat een foto er niet in zat. We vonden nog twee Groentjes (nog nooit zo'n goed Groentjesjaar gehad!), veel Klaverspanners en een Gewone Pantserjuffer. Op de terugweg naar de auto liet nog een Bont Dikkopje zich fotograferen, iets wat onder hels steekmuggengeweld moest gebeuren. Het was een prachtige dag geweest.
Nog een Bont Dikkopje.

maandag 19 mei 2014

16 t/m 18-05-2014: Dutch Birding voorjaarsweekend!

Het Winterkoninkje liet zich leuk fotograferen bij de Horsmeertjes.
Afgelopen weekend vond wederom het Dutch Birding voorjaarsweekend op Texel plaats. Traditiegetrouw was ik, samen met vogelvrienden Koert en René, ook weer present. Ik vertrok op vrijdag 16 mei al vroeg met de trein naar Heemstede, waar bovengenoemde heren mij oppikten en we per auto verder noordwaarts gingen. Het weer was prachtig en dat zou het hele weekend zo blijven, dus na de drie tamelijk verregende voorgaande DB-weekenden was dat alvast mooi meegenomen.
Normaal gesproken zitten er ook op de route wel een paar leuke soortjes, en gaan we al scorend naar Texel, maar dat was dit jaar niet het geval. De Terekruiter die de avond voor vertrek nog bij Julianadorp zat, was vanmorgen alweer verdwenen. Wel maakten we een tussenstop bij De Putten bij Petten, waar we alvast de eerste gewone jaarsoorten oppikten, voor mij onder meer Zilverplevier en Grote Stern. Vanaf de dijk keken we over een spiegelgladde zee en op de dijk vloog een Argusvlinder die zich leuk liet fotograferen.
Argusvlinder op de dijk bij De Putten van Petten.
Daarna reden we naar de veerboot, waar we direct op konden rijden en zodoende stonden we al snel op het achterdek tussen de meeuwen te speuren die de boot altijd achtervolgen. Toen we bijna bij Texel waren zag ik weer een jaarsoort: de Eider. Het feit dat ik van het voorjaar nog niet echt aan zee was geweest, betaalde zich dit weekend uit in jaarsoorten.
Het eerste doel op Texel was de enige (vrij) zeldzame soort die er zich op dat moment bevond: de Morinelplevier. Die zaten er dan ook in flink aantal, in de omgeving van Bern. Het eerste groepje dat we vonden, van acht exemplaren, zat erg ver weg en was maar nauwelijks te herkennen. Maar even verderop vonden we er nog zeven, en die lieten zich beter bekijken. Later op de middag was er een groep van maar liefst 24 exemplaren te zien aan het eind van de Hoofdweg, en die zaten redelijk dichtbij. Morinellen in zomerkleed zijn bijzonder fraaie vogels, dus dat was genieten geblazen.
Een deel van de groep van 24 Morinelplevieren langs de Hoofdweg nabij Bern.
Zo, de eerste echt goeie soort was binnen en het was tijd om te gaan lunchen. Dat doen we traditiegetrouw in restaurant De Robbenjager, waar altijd veel vogelaars te vinden zijn. Na de lunch keken we een tijdje vanaf het nieuwe uitkijkpunt over het Renvogelveld. Er vlogen Huiszwaluwen rond en een tijdje speuren leverde twee Bosruiters op, die een jaarsoort waren, en ik vond een mannetje Noordse Kwikstaart, vrij ver weg, maar de mannen met de telescopen konden de determinatie bevestigen. Altijd een leuke soort om te zien, je komt hem hooguit een paar keer per jaar tegen.
Mannetje Krakeend bij het Renvogelveld.
Daarna gingen we de tuintjes in, op zoek naar leuke zangers of spannende overtrekkende beesten. Mijn eerste Hooibeestjes van het jaar lieten zich zien en we vonden ook een Kleine Vuurvlinder. Een mannetje Roodborsttapuit liet zich van nabij fotograferen, evenals een Konijn, die dit jaar zeer talrijk zijn, heb ik de indruk.
Ver weg, aan de overkant van het veld op het hekje, vonden we een van onze doelsoorten: het Paapje. Het liet zich helaas maar matig zien en er kwam ook geen tweede kans dit weekend. Maar oké, hij zat weer in de tas. Omdat er verder niet zoveel actie was in de tuintjes, besloten we naar Utopia te gaan om daar te zoeken naar onder meer Noordse - en Dwergstern.
Mannetje Roodborsttapuit in de tuintjes.
Een eind lopen bij Utopia leverde uiteindelijk een mooie, rustende Noordse Stern op die zich van vrij korte afstand mooi liet bekijken. De Dwergstern konden we hier niet vinden, wellicht mede omdat de kale schelpenstrandjes, die de Dwerg prefereert, aan het dichtgroeien zijn met vegetatie. Daarom reden we nog een stukje naar het zuiden, naar Ottersaat, waar we alsnog een fraai paartje Dwergsterns vonden. Zo, dat leuke sternenduo zat ook weer in de tas. Intussen was er de melding gekomen van een Zwarte Ooievaar die op diverse plaatsen op het eiland overvliegend werd gezien. We deden enkele dappere pogingen, maar slaagden er niet in de vogel op te pikken. Maar het feit dat later 's avonds werd gezien dat hij naar de grond kwam, stemde ons hoopvol voor de volgende dag.
We sloten de dag af bij de Robbenjager, waar ik er alsnog in slaagde het mannetje Engelse Kwikstaart te vinden, dat ik eerder vanmiddag had gemist.
Flink uit de kluiten gewassen Konijn in de tuintjes.
Op zaterdag 17 mei ging niet te vreselijk vroeg de wekker in Hotel Molenbos, kamer 32. Al snel kwam de melding dat de Zwarte Ooievaar werd gezien, aan de grond, rustend op een akker. We reden er met gezwinde spoed naartoe en vanaf de Stengweg konden we de Zwarte Ooievaar zien staan, eerst op z'n dooie gemak, later werd hij wakker, mede doordat hij nogal gepest werd door Scholeksters en Kieviten en er een tractor op de ernaast gelegen akker aan de slag ging. We zagen hem ook nog een stukje vliegen. Dat was nog eens een goed begin van de dag! En leuk dat de Zwarte Ooievaar een beetje een standaardsoort aan het worden is tijdens de Texelweekenden.
Grazende Grauwe Gans bij De Petten.
Leuk waren ook de zingende Nachtegalen, de Huiszwaluwen, de Braamsluiper, de constant roepende Koekoek, de Goudplevier die even naast de Zwarte Ooievaar ging zitten en de langsvliegende Sint-Jacobsvlinder.
Het was de hoogste tijd om te gaan ontbijten, wat weer een genot op zich is in Hotel Molenbos. Na het ontbijt besloten we, bij gebrek aan leuke meldingen, naar de Mokbaai te gaan om daar wat jaarsoorten op te halen.
In de Mokbaai wemelde het van de vogels, en nijver speurwerk leverde onder meer prachtige zomerkleed Zilverplevieren, Goudplevieren, Rosse Grutto's, Steenlopers, Bonte Strandlopers, Eiders én een Kanoet op, en die laatste was voor mij weer een jaarsoort.
Bij de parkeerplaats bij het pad tussen de Horsmeertjes was al enkele malen een Zomertortel gezien, die intussen best een lastige soort aan het worden is. Inderdaad: we hoorden de vogel vrijwel meteen zingen, maar in de kijker kwam hij jammer genoeg niet. We maakten een lange wandeling langs de Horsmeertjes en verder naar het zuiden, waarbij we onder meer twee Icarusblauwtjes tegenkwamen (mijn eerste van het jaar), evenals Argusvlinders, Hooibeestjes en twee Glassnijders, een libellenjaarsoort. Van de vogels lieten onder meer Bruine Kiekendief en Dodaars zich nog zien, maar verder was het nogal stil, en er kwamen ook geen meldingen binnen.
Vrouwtje Wilde Eend bij De Petten.
We besloten bij Waal en Burg te gaan kijken of we daar misschien de leukere strandlopers konden vinden en zowaar: naast een Kleine Plevier vond ik er een Temmincks Strandloper die zich mooi liet zien. Toen was het weer lunchtijd, dus reden we terug naar De Robbenjager. Onderweg zag ik vanuit de auto nog een mannetje Citroenvlinder.
Na de lunch waren er nog steeds geen meldingen anders dan die van Morinelplevieren en Witbuikrotganzen, welke laatste soort we ook al een paar keer hadden gezien dit jaar, zodat we naar Dorpzicht reden, altijd een goeie plek voor de Spotvogel.
Een Grauwe Vliegenvanger liet zich mooi bekijken bij Dorpzicht.
Een bonus was de Grauwe Vliegenvanger, die zich erg mooi liet bekijken en leuk liet fotograferen, ook al zat hij wat hoog. Intussen was er een heuse melding, van een overvliegende Kraanvogel. We deden, net als gisteren met de Zwooi, diverse pogingen om de vogel ergens op te pikken die jammerlijk faalden. Uiteindelijk kwamen nog terecht in de bossen bij Westerslag, waar we niet geheel onverwacht niets vonden, behalve een softijstentje, waar we een lekker ijsje haalden.
We sloten de dag weer af bij het Renvogelveld, waar we onder meer een man Kemphaan, een Groenpootruiter en vier Bosruiters zagen en waar een Scholekster, naar mijn gevoel dé nationale vogel van Texel, zich liet fotograferen.
Scholekster op het Renvogelveld.
Over fotograferen gesproken: zowel het weer als de vogels boden me dit weekend de mogelijkheid om mijn nieuwe toestel eens lekker te testen. En de resultaten vallen me niet tegen.
Toen de wekker de volgende ochtend ging, was het ineens alweer zondag 18 mei, de laatste dag van het vogelweekend. We hoopten dat er vandaag toch nog wat zeldzame soortjes gevonden zouden worden, door onszelf of door anderen. Nog voor het ontbijt liepen we alweer door de tuintjes, waar opnieuw weinig van trek te merken was, hetgeen ons niet optimistisch stemde voor wat betreft de zeldzaamheden waar we op hoopten. Maar dat zou toch nog alles meevallen vandaag. Er vloog een Boompieper over, en bij de eerste bosjes vond ik een mooi mannetje Blauwborst op de grond. Erg leuk, er was dus toch wel wát beweging geweest. Tapuiten en Roodborsttapuiten lieten zich weer mooi zien, en een Graspieper poseerde fraai voor de fotografen onder ons.
Fraai poserende Graspieper in de tuintjes.
We liepen helemaal naar achteren, naar de trektelpost, zagen nog een vaag, rossig, plusminus merelgroot beest wegschieten, maar die kwam niet meer tevoorschijn. Bij de trektelpost hoorden we een Sprinkhaanzanger. Over zee vloog vrijwel niets. Wel vonden we op het pad een Groentje, een vlindersoort waarvan ik wist dat ze op Texel voorkomen, maar die ik er nog nooit had gezien. Erg leuk, vooral omdat het Groentje zich ook nog liet fotograferen.
Groentje langs het pad door de tuintjes.
Daarna was het tijd voor het ontbijt en toen we daarmee bijna klaar waren, kwam er eindelijk een goeie melding door: een Roodkopklauwier bij Westerslag! Dat is een prachtige soort natuurlijk, dus nadat we de spullen hadden gepakt en hadden afgerekend, spoedden we ons naar de plaats des heils. En jawel, daar zat een prachtige Roodkopklauwier in de top van een meidoorn! De vogel liet zich langdurig en fraai zien, hoewel hij zich geleidelijk aan wat meer naar achteren verplaatste in het gebied. Intussen konden we ook nog genieten van een fraaie bonus in de vorm van een paartje Blauwe Kiekendieven, dat zich erg mooi liet zien. Een vogelsoort die erg is afgenomen in Nederland en die je niet vaak meer ziet, zeker de adulte mannetjes niet. Terwijl we zo stonden te genieten kreeg ik de volgende melding binnen: een Grauwe Klauwier langs de Smitsweg, een paar kilometer verderop! Laat het dan maar een klauwierendag worden, zeiden we tegen elkaar en we gingen onmiddellijk op weg. Na een paar spannende minuten kwam de vogel, een vrouwtje, ineens toch weer tevoorschijn en liet zich vervolgens een heel tijdje mooi zien.
Vrouwtje Grauwe Klauwier langs de Smitsweg.
Intussen waren er ook al twee Steltkluten gemeld op het Grote Vlak. Omdat we niet precies wisten waar dat was, reden we achter een andere vogelaar aan en kwamen tenslotte bij het bedoelde water aan, waar de aanwezige vogelaars ons echter meldden dat de Steltkluten waren weggevlogen. Jammer. We vonden er wel een paar mannetjes Zomertaling, ook altijd een leuke soort. We reden maar weer naar de Mokbaai en vonden daar ongeveer dezelfde soorten als gisteren. Maar toen werden de Steltkluten ineens toch weer gemeld: bij Ceres! Dus erop af, en jawel, daar stapten de Steltkluten door een moerassig plasje en met licht in de rug lieten ze zich, hoewel op afstand, toch erg mooi zien en ook nog fotograferen.
Mannetje Steltkluut bij Ceres.
Na een tijd genieten van deze altijd leuke soort was het zo'n beetje tijd om het weekend af te sluiten en huiswaarts te gaan. We dronken nog een kop koffie in Oudeschild en reden naar de boot, waar we zo op konden rijden. Na een lange reis per boot, auto en trein was ik om zes uur thuis, moe maar voldaan.
Waarom de Steltkluut Steltkluut heet.
Mijn metgezellen op de dijk bij de Putten.
Fazant in de tuintjes.

dinsdag 13 mei 2014

13-05-2014: Eindelijk droog

De vetbollen zijn in trek, ook bij de Pimpelmees.
Na vier of vijf achtereenvolgende dagen regen, wind en meer ellende was het vandaag eindelijk weer eens droog en zo af en toe kwam de zon zowaar tevoorschijn. Hoogste tijd dus om op pad te gaan en mijn nieuwe fototoestel verder te testen. Vanmorgen fotografeerde ik wat op ons dakterras, waar de vetbollen, die de hele winter lang door de vogels zijn genegeerd, nu ineens vreselijk in trek zijn bij de vogels die een nest jongen hebben groot te brengen. De hele dag scharrelen er Huismussen rond, Kool- en Pimpelmezen hangen om de haverklap aan de bollen, evenals een paar Kauwtjes, die voor de gelegenheid net doen of ze reuzenmezen zijn. De Turkse Tortels komen vervolgens de restjes die op de grond vallen oppeuzelen en de Eksters eten het oude brood op.
Oog in oog met de Variabele Waterjuffer.
Vanmiddag besloot ik naar de Koornwaard te gaan om te zien of ik daar nog wat libellen en vlinders kon vinden om op te oefenen. Ik was nog niet bij Heukelum of het wolkendek sloot zich weer en de wind trok aan, maar daar trok ik me niets van aan. Langs de oude Zuiderlingedijk had ik meteen al een zingende Bosrietzanger, een jaarsoort. Ik liep eerst een stukje het gebied in vanuit de ingang aan de noordzijde, en daar vond ik een Variabele Waterjuffer waarop ik de macrofunctie van mijn toestel eens lekker kon testen, want die bleef mooi zitten. Maar bij de zuidelijke ingang was meer te beleven. De Cetti's Zanger is nog steeds aanwezig en liet zich regelmatig horen. Ik vond meerdere Variabele Waterjuffers, mijn eerste Lantaarntjes van het jaar, een Bruine Korenbout en een Grote Roodoogjuffer. Van de vlinders niet veel meer dan de drie 'gewone' witjes.
Variabele Waterjuffer.
Er vloog een Purperreiger over, altijd leuk, en ik voegde wat plantensoorten aan de jaarlijst 2014 toe. Ook probeerde ik mijn fototoestel uit op een Gewone Pendelvlieg, en dat lukte goed. Met mijn vorige toestel was het fotograferen van (zweef)vliegen nogal een crime, maar met mijn nieuwe kan ik dat ook weer eens wat vaker doen.
Gewone Pendelvlieg.

zaterdag 3 mei 2014

03-05-2014: Steppeklapdip, maar toch een leuke ochtend

Een Tapuit werkte lekker mee op het Luzerneveld.
Er zit al een aantal dagen een Steppeklapekster op de Maasvlakte, en vanmorgen hadden Wiegert en ik even tijd, dus gingen we erop af. We waren al vroeg aanwezig en samen met een tiental andere vogelaars zochten we de hele strook langs de Stuifdijk en het Luzerneveld af, maar helaas, geen Steppeklap. Wel vermaakten we ons met fotogenieke Tapuiten, zongen er Grasmussen en Braamsluipers, waren er talloze Kneutjes aanwezig, zagen we Visdiefjes langskomen en vonden we het nest van een Buizerd op de Stuifdijk, een heel bijzondere plek daarvoor, vonden wij. Op het Luzerneveld vloog er nog een barmsijs (soort onbepaald) over.
Maar geen Steppeklapekster dus, en toen het half elf was hadden we er geen vertrouwen meer in. We besloten voor de Zwarte Ibis van Nieuw-Lekkerland te gaan en mogelijk de Koereiger die daar gisteren was gezien.
De Zwarte Ibis werkte gelukkig wel mee en wilde ook wel op de foto.
Toen we aankwamen op de Ibisplek, aan de westzijde van Nieuw-Lekkerland, zonk de moed ons in de schoenen, want er leek maar een klein plasje water op de ijsbaan te staan, en daarin zat geen Zwarte Ibis. Maar zie, toen we waren uitgestapt bleek er nog een ander, groter plasje te zijn en daarin zag ik direct de Zwarte Ibis staan! Van een vriendelijke bewoonster mochten we even aan de zijkant van haar huis staan, zodat we nog wat dichterbij stonden en vrij zicht hadden op de ibis, die zich nog leuk liet fotograferen ook.
Tapuit met of zonder zonnetje erop: een groot verschil, maar het heeft allebei wel iets.
Toen we klaar waren met de ibis reden we nog even naar de plek waar de Koereiger gisteren was gezien, maar zoals ik al vermoedde (de vogel was gisteren om 14:00 uur voor het laatst gemeld), was die in geen velden of wegen te bekennen.
Toen ik nogmaals waarneming.nl checkte, bleek dat de Steppeklapekster toch weer was gevonden, en wel op het Luzerneveld, waar wij toch een aardig tijdje al Tapuiten fotograferend hadden doorgebracht. En we waren niet de enigen. Dat was toch wel even een dompertje. Tijd om terug te gaan was er niet, want Wiegert moest om twee uur thuis zijn. Geluk bij een ongeluk is, dat we allebei de vogel van Texel al hadden, en ik zelfs ook de allereerste voor Nederland, eveneens op Texel.
De Zwarte Ibis, druk fouragerend.
Nou ja, ondanks de wat bittere pil van de gemiste Steppeklapekster waren we het er toch over eens dat het een leuke ochtend was geweest, met als hoogtepunten de Zwarte Ibis en de fotogenieke Tapuiten van de Maasvlakte.
Mannetje Tapuit op de Maasvlakte.
En nog een keer de Zwarte Ibis.

donderdag 1 mei 2014

01-05-2014: Treintwitchje

De Ortolaan zat goed verstopt.
De dag begon vanmorgen mooi met een Koekoek die met het ochtendgloren zo ongeveer in de bomen tegenover ons dakterras zat te zingen, zo dichtbij klonk hij. Toen ik een uurtje later even buiten ging staan, zong er ineens een Gekraagde Roodstaart vanuit dezelfde bomen, en dat was een nieuwe dakterrassoort voor mij. Erg leuk!
Ik zag dat de Ortolaan die al een paar dagen in de polder Ruigenhoek ten noordoosten van Utrecht zit, weer was gemeld. De Ortolaan is een in subtiele pastelkleuren uitgevoerde gorzensoort, die in de jaren dat ik met vogelen begon nog broedde in Noord-Limburg en in de Achterhoek, maar nu al jaren als broedvogel is uitgestorven in ons land. Ik had hem al sinds de beginjaren negentig niet meer in Nederland gezien, zodat ik besloot deze vogel te gaan bekijken. Met de trein naar station Utrecht Overvecht en van daaruit nog 1,8 km lopen naar de plek, waar de Ortolaan al op me zat te wachten.
Het was helaas een beetje donker weer en de vogel zat niet heel dichtbij, zodat de foto's niet meevielen. Maar met wat croppen is -ie toch nog herkenbaar geworden.
Gelukkig liet de Ortolaan zo nu en dan iets meer zien dan zijn kopje.
Terwijl ik met een wisselend aantal andere vogelaars naar de Ortolaan stond te kijken, kwam er nog een Regenwulp roepend overgevlogen, en die was een jaarsoort. Hoog boven me hoorde ik een Gierzwaluw, die op het moment dat ik dit schrijf nog altijd niet in Leerdam is gearriveerd. Erg laat, en dat met dat mooie voorjaar.
Op de terugweg zat er naast station Geldermalsen nog een Braamsluiper te zingen, en ook een Groene Specht liet zich horen.
Je ziet 'm bijna niet zo...