donderdag 17 juli 2014

14 t/m 17-07-2014: Lekker weg in eigen land: Zuid-Limburg

Het feeërieke Boswitje, in Zuid-Limburg redelijk algemeen op bepaalde plaatsen.
De afgelopen vier dagen zijn Cilja en ik weer eens in Zuid-Limburg geweest om daar te genieten van alles wat de natuur daar te bieden heeft, en natuurlijk ook om heerlijk te eten, te drinken en zo verder. We logeerden zoals gewoonlijk in de gezellige herberg Oud Holset in Holset, een echte aanrader. Maandag 14 juli gingen we op weg en onze eerste stop was bij kasteel Sint Gerlach onder Valkenburg. In tegenstelling tot hetgeen was voorspeld regende het voornamelijk onderweg, maar eenmaal in Zuid-Limburg werd het gelukkig droog. Na een lekkere bak koffie met kersenvlaai liepen we een stukje. Cilja ontdekte een Zwarte Roodstaart, altijd een leuke soort. Toen ik een stukje het aangrenzende ruige gebiedje in liep, vond ik al snel de eerste vlinders en libellen: Icarusblauwtje, Distelvlinder, Bruin Zandoogje en enkele Weidebeekjuffers.
Het Geelsprietdikkopje had ik nog niet eerder voor de lens gehad in Nederland.
We deden een poging op de Europese Kanarie die regelmatig in het plaatsje Vilt wordt gehoord en gezien, maar hadden geen geluk. Vervolgens bezochten we een (voor ons) nieuwe plek: de Meertensgroeve ten noorden van Vilt. Dat was een schot in de roos. Wat een prachtig gebiedje! De zon kwam juist door en overal kwamen vlinders tevoorschijn, waaronder zeker tien Boswitjes en drie zekere Geelsprietdikkopjes. Van die laatstgenoemde soort kon ik mijn eerste foto's in Nederland maken. Een Wespendievenpaar vloog constant roepend over de groeve. Ik checkte wat libellen en vond onder meer de Gewone Pantserjuffer, veel Watersnuffels, Gewone Oeverlibellen en Grote Keizerlibel. Een andere bezoeker van de groeve vertelde dat hij zojuist Geelbuikvuurpadden had gezien, en was niet te beroerd om de plek te wijzen.
Geelbuikvuurpad!
Ik vond tot mijn grote vreugde inderdaad drie padden en kon er een op de (bewijs)foto zetten. Ik had ze juist als nieuwe soort in Bulgarije kunnen noteren en nu dus als nieuwe soort voor Nederland. Dat was nog eens een goed begin van ons Limburgtripje.
Maar het was nog niet klaar. Toen we uit de auto stapten op de parkeerplaats bij herberg Oud Holset zweefde er ineens een Rode Wouw boven ons, in gezelschap van een Wespendief! Het was niet voor het eerst dat de Rode Wouw ons kwam begroeten bij de herberg, een teken te meer dat dit een uitstekende plek is voor natuurliefhebbers om te verblijven.
Na een paar heerlijke koele pilsjes te hebben genuttigd ging ik nog even wandelen om een plek te checken waar ik weleens de Bosbeekjuffer had gezien. Onderweg vond ik Koevinkjes, die ook wel op de foto wilden, maar voor de juffer was het te laat: het beekje lag al helemaal in de schaduw.
's Avonds riepen vanaf het kerkhofje tegenover de herberg weer Vroedmeesterpadden. Het heerlijke geluid van het Klükske (zoals ze in het Limburgs heten) ging de hele nacht door.
Het Koevinkje wilde best op de foto.
Dinsdag 15 juli stond ik om zes uur naast mijn bed om een stukje te lopen in het Holsetterbos, altijd goed voor leuke vogelsoorten. Maar voor ik daaraan toe kwam, had ik een ontmoeting met een erg leuk zoogdiertje: de Bosmuis. Het was jaren geleden dat ik die had gezien, en bovendien bleef er eentje even zitten voor de foto:
Een Bosmuis bleef even naar me kijken van tussen de klimop, en ik naar hem (of haar).
Eenmaal boven (het is een hele klim van Holset het bos in) hoorde ik al snel de Middelste Bonte Specht roepen. Dat viel mee, want zo in het midden van de zomer had ik niet direct op hem gerekend. Ik liep een stukje en vond onder meer Vuurgoudhaan, Kuifmees, Geelgors en ook een zingende Kortsnavelboomkruiper, waarop ik in dit seizoen ook niet had durven rekenen. In het vroege voorjaar zijn zowel de specht als de boomkruiper nogal luidruchtig en vrij gemakkelijk te vinden in deze omgeving, maar op deze vijftiende juli bleek het ook niet erg moeilijk te zijn.
Er was vandaag wederom een mooie zonnige dag voorspeld, en wederom kwam er niets van terecht. Het bleef de hele dag bewolkt en bovendien waaide het nogal. Niet bepaald ideale omstandigheden voor vlinders, libellen en de Muurhagedis, die allemaal op het programma stonden.
Mannetje Icarusblauwtje. Je kunt de stippen op de onderzijde zien doorschijnen!
We besloten toch de Sint Pietersberg te proberen, want daar moesten de soorten vandaan komen die het hoogst op onze verlanglijst stonden: Kaasjeskruiddikkopje, Dambordje en Zuidelijke Oeverlibel. En daarnaast natuurlijk de 'normale' Pietersbergspecialiteiten zoals Klaverblauwtje, Bruin Dikkopje, Koninginnenpage en Boswitje.
We merkten al snel dat er zeer weinig actie was qua vlinders. Af en toe vloog er een Bruin Zandoogje op voor onze voeten of vloog er een witje langs, maar daarmee hield het wel zo'n beetje op. Toch vonden we nog een paar leuke dingen. Cilja vond een mooi Bruin Blauwtje, dat nog een jaarsoort voor mijn Nederlandse lijst was. Een mannetje Icarusblauwtje liet zich mooi fotograferen en we vonden aardig wat Blauwe Breedscheenjuffertjes tussen de vegetatie. Maar van onze doelsoorten geen spoor.
Bastaardkikker vertrouwt het niet en loert naar ons vanaf een stammetje.
Na een tijd vruchteloos zoeken besloten we dan ook maar om iets anders te proberen: de Muurhagedis. Daar waren we eigenlijk nog nooit echt op af geweest, terwijl hij toch gewoon op bepaalde plaatsen in Maastricht te vinden is. De plek met de grootste Muurhagedissendichtheid was dan ook ons doel. Maar terwijl we terugliepen, zag ik ineens een copula Gewone Oeverlibel op het pad zitten, en toen merkte Cilja een andere, geheel blauwe, oeverlibel op. Een mannetje Zuidelijke Oeverlibel! Yes, yes, yes! Toch nog succes!
Ik kon een paar bewijsplaatjes maken en begon aanvankelijk toch weer te twijfelen of het geen Beekoeverlibel was. Maar intussen ben ik 100% zeker van Zuidelijke, een nieuwe soort voor mijn Nederlandse libellenlijst.
Mannetje Zuidelijke Oeverlibel! Yes!
Ons Muurhagedissenuitstapje leverde helaas niets op. Die zal moeten wachten tot ons volgende bezoek aan Zuid-Limburg. Maar ach, een mens moet iets te wensen overhouden.
's Avonds riepen de Vroedmeesterpadjes weer bij de herberg en genoten we van een heerlijke maaltijd met koele biertjes respectievelijk wijntjes.
Woensdag 16 juli moest dan maar de Grote Dag worden. 's Morgens bleek inderdaad de zon te schijnen en de vele vlinders rond de vlinderstruiken bij de herberg waren al vroeg actief, een goed teken. Nog even checken op Oostelijke Vos, waarvan momenteel een invasie in ons land gaande is, maar helaas, die zat er niet in.
Het Boswitje, een van onze favoriete vlindersoorten. Een Boswitje kan je hele dag goed maken!
Vandaag ging het duidelijk stukken beter met de vlinders op de Sint Pietersberg. Het vinden van onze doelsoorten tussen (o.m.) de honderden Bruin Zandoogjes bleek echter een ander verhaal. Wel hadden we al snel weer twee vrouwtjes Zuidelijke Oeverlibel te pakken, die ook op de foto gingen. Langzaam maar zeker kwam de boel toch op gang. Een copula Plasrombouten vloog langs ons heen, maar was helaas niet terug te vinden voor een foto. Ik vond een Koninginnenpage die langzaam fladderend over het veld ging. Hij (zij?) was de enige van de hele trip. We vonden drie Boswitjes en Cilja vond opnieuw een Bruin Blauwtje.
Intussen had ik wel de plek gevonden waar zich hoogstwaarschijnlijk de Kaasjeskruiddikkopjes moesten ophouden. Die plek was te herkennen aan het feit dat de hele boel was platgewalst door het soort 'vlinderliefhebbers' waarvan er nu ook een paar dwars door het veld banjerden. Dan hoeft het voor mij dus niet. Wij zochten vanaf de paden naar het gewenste dikkopje, maar vonden het helaas niet. Volgende keer beter, denk ik dan maar.
Vrouwtje Zuidelijke Oeverlibel.
Van het Dambordje was al helemaal geen spoor te vinden. Later bleek dat er die dag eentje aan de noordkant van de berg was gezien, maar ja, daar waren wij dus niet.
Terwijl Cilja boven bij het weitje bleef zoeken naar het Kaasjeskruiddikkopje, liep ik snel even naar beneden om het libellenplasje bij de parkeerplaats - waar we nog nooit geweest waren - te checken. Onderweg had ik zeker vijf Boswitjes en eenmaal beneden hoorde ik dat er twee Bruin Dikkopjes bij de slagboom zaten. Die waren gauw opgesnord en ik kon ze zowaar nog op de foto krijgen ook.
Bruin Dikkopje.
Ik keek nog even over de plas en zag massa's juffers, maar te ver weg en ik had te weinig tijd om er Kanaaljuffers uit te vissen. Toen ik aan de terugweg naar boven begon, vloog er ineens een prachtig uitgekleurd mannetje Vuurlibel langs me heen! Dat was nog even een prachtige uitsmijter.
's Avonds riepen natuurlijk de Vroedmeesterpadden weer bij de herberg.
Vanmorgen, 17 juli 2014, was het alweer tijd om naar huis te gaan. Het waren weer heerlijke dagen geweest. Toen ik thuiskwam hing er de eerste Paardenbijter van het seizoen in de planten op ons dakterras.
Mijn eerste Bruinrode Heidelibel van 2014 liet zich ook zien op de Sint Pietersberg.
Het Groot Koolwitje op Rode Klaver.
Bastaardkikker.
En vooruit, omdat ze zo leuk zijn nog een Boswitje als toegift.

2 opmerkingen:

  1. Ik denk dat de meeste niet weten dat er in Limburg zoveel te zien is,geweldig.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooie serie, Jan. Wij hebben ons ook niet verveelt 3 weken lang in Mechelen - Zuid Limburg. Lekker Vlinders en Libellen fotograferen en de hond is ook gelijk goed uit gelaten. En wij leren weer van jouw. Ga vooral door, wij worden allemaal maar enthousiaster.

    BeantwoordenVerwijderen