woensdag 2 mei 2018

02-05-2018: De Cirlgors, een nieuwe soort voor Nederland.

Het mannetje Cirlgors van Budel.
Al ruim een week verblijft een mannetje Cirlgors op een openbaar toegankelijk militair oefenterrein bij Budel. Het is pas de zesde voor Nederland en, sterker nog, pas de tweede twitchbare. Aangezien deze fraaie soort voor mij nog een nieuwe voor Nederland zou zijn en ik vandaag een afspraak had met Chris om te gaan vogelen, was het al dagenlang nagelbijten en hopen en bidden dat de vogel nog even bleef. Dat bleek geen probleem, want dag na dag werd hij keihard zingend gemeld en het leek erop alsof de vogel ter plekke gewoon territorium hield. Gisteren was het nog even spannend toen hij na kwart over negen 's morgens niet meer werd gezien, maar gelukkig werd hij 's avonds toch weer waargenomen.
Vanmorgen om zeven uur vertrokken wij vanuit Leerdam en een uurtje later waren we ter plaatse, en toen was de vogel nog steeds niet gemeld, hetgeen begrijpelijkerwijs voor enige onrust zorgde. Maar gelukkig wist een vogelaar die net kwam teruglopen te vertellen dat de Cirlgors wel degelijk nog aanwezig was en onafgebroken zong. Dat was goed nieuws!


En jawel, na vijf minuten stug doorlopen hoorden we hem al zingen. Even later zagen we hem zitten, in de top van een den, met de zon in de rug. Wat geweldig, en wat ging dit voorspoedig! De vogel liet zich zelfs een paar keer fotograferen, zij het van afstand. Vliegerig was hij wel, en je moest als vogelaar behoorlijk aan je conditie werken als je het beest, dat van hot naar her (lees: van Brabant naar Limburg; hij bevond zich precies op de provinciegrens) en vice versa vloog, wilde volgen. Ondertussen zagen en hoorden we ook nog Boompieper, Boomleeuwerik, Gekraagde Roodstaart en twee Tapuiten, waarvan die laatste soort nog een jaarsoort was.
Na een uur of twee werd de Cirlgors stiller en hadden wij genoeg gezien. We besloten de Iberische Tjiftjaf van Heerjansdam met een bezoek te vereren en intussen hoopten we dat de Hop van Kinderdijk weer werd gevonden. Dat laatste bleek ijdele hoop, maar met de IbTjif kwam het goed: het diertje zat vrijwel onafgebroken te zingen. Helaas bevond hij zich in een cluster van grotendeels dicht bebladerde bomen en kregen we hem alleen een keer als een schim wegvliegend te zien, maar horen is scoren en gehoord hebben we hem wel een uur lang.


Intussen was er een Steltkluut gemeld bij Berkel en Roderijs, dus gingen we daar ook nog even op af. De Steltkluut was er helaas niet meer, maar als troostprijzen vonden we onder meer Bosruiter, Zwarte Ruiter (twee jaarsoorten voor mij) en twee Groenpootruiters. We besloten de dag in de buurt van Bleskensgraaf, waar twee Roodhalsganzen zouden zitten, maar ook die vonden we niet. Er zaten giga-veel Brandganzen in verschillende groepen en groepjes, die bovendien lang niet allemaal goed te overzien waren. Wel was het een erg mooi gebiedje voor weidevogels, met onder meer zingende Veldleeuwerik en vele baltsende Grutto's, Tureluurs en Kieviten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten